Interview met PSO-adviseur Bianca Hofmeijer

Interview met PSO-adviseur Bianca Hofmeijer

Omdat we de verschillende aspecten van de PSO en het certificeringsproces meer willen gaan belichten zullen wij komend jaar interviews plaatsen met verschillende PSO-ambassadeurs.

Deze week in de spotlight: PSO-adviseur Bianca Hofmeijer van Advizius.

Bianca is sinds het ontstaan van de PSO actief en begeleidt organisaties bij het aanvragen van een PSO-certificering.

Hoe en wanneer ben je begonnen met het adviseren van organisaties bij de PSO-certificering?

Zolang de PSO bestaat adviseer en begeleid ik bedrijven hierin. Dat is inmiddels alweer 10 jaar. Voorheen werkte ik voor een sociale werkvoorziening die tevens bijgedragen heeft aan de ontwikkeling van het instrument. Medio 2021 zijn wij met onze adviesdiensten overgestapt naar Djopzz. Zij heeft veel mensen uit de PSO-doelgroep in dienst en detacheert hen naar andere bedrijven. Hier hebben mijn collega Mariska Cubuk en ik onze dienstverlening m.b.t. sociaal en inclusief werkgeverschap verder doorontwikkeld en uitgerold in Nederland. Dit doen wij onder de naam Advizius.

Zijn er specifieke branches/ sectoren organisaties waarin je gespecialiseerd bent? Wat trekt je aan in deze branches? 

Eigenlijk heb ik geen specifieke branches, sectoren of organisatie waarin ik gespecialiseerd ben. Door de jaren heen heb ik diverse sectoren en organisaties van MKB tot multinational begeleid. Dit vind ik ook wel één van de interessante kanten van mijn werk. Ik kom overal en mag bij zeer verschillende bedrijven een kijkje in de ‘keuken’ nemen. Om toch een beeld te geven van de bedrijven die ik heb begeleid, noem ik hier een aantal sectoren: bouw, schilder, infra, schoonmaak, openbaar vervoer, ongediertebestrijding, horeca, catering, gemeenten, afvalverwerking, zorg, vervoer, kantoormeubilair, beveiliging, detailhandel, sloop, overheid, architectuur, ingenieursbureaus, etc.

Wat maak het advieswerk leuk voor je? 

Naast dat ik zeer verschillende bedrijven leer kennen, kan ik hen ook op weg helpen om meer uit inclusief werkgeverschap te halen. Zelf heb ik jaren met mensen uit deze doelgroep gewerkt. Ik heb gezien wat werken voor iemand kan betekenen. Het geeft mij ongelofelijk veel voldoening om dit over te dragen aan andere bedrijven.

Ik zie dat dit thema niet altijd de hoogste prioriteit heeft. Het is vaak niet de corebusiness van een bedrijf en toch willen bedrijven hier wel iets in betekenen. Samen met bedrijven breng ik de ambities in kaart en maak deze vooral zo concreet en realistisch mogelijk. Op deze manier kunnen we gezamenlijk tot een haalbaar plan komen. De Prestatieladder Socialer Ondernemen kan bedrijven hier heel goed bij helpen. Het laat duidelijk zien wat je als onderneming allemaal kunt doen en zorgt ervoor dat het meetbaar wordt. Een onderneming krijgt op deze manier grip op sociaal ondernemen en kan hiermee ook invulling geven aan andere doelstellingen zoals Substainable Development Goals, inclusie en diversiteit. 

Welke opvallende/ interessante ontwikkelingen op het gebied van SROI en arbeidsparticipatie zie je de laatste jaren gebeuren?

Ik zie dat de spelregels van SROI steeds uniformer worden, maar we zijn er echt nog niet als ‘BV Nederland’. Het blijft vaak een complex thema, waarbij je zo nu en dan ‘door de bomen het bos niet meer ziet’. Datzelfde geldt voor de vele voordelen en regelingen die er zijn om mensen uit de doelgroep duurzaam aan het werk te krijgen en houden. Aangezien het mijn specialisme is, vind ik het leuk om mij hierin te verdiepen en anderen hierover te informeren of bij te ondersteunen. Maar ik kan me goed voorstellen wanneer dit minder prioriteit heeft, bedrijven hier veel in missen.

Zoals je wellicht weet worden de doelstellingen uit de participatie wet/banenafspraak nog niet gehaald. Wat is volgens jou daar een belangrijke oorzaak van?

Mensen uit de doelgroep hebben toch vaak te maken met vooroordelen. Hierdoor is het binnen bedrijven soms moeilijk om voldoende draagvlak te vinden voor nieuwe collega’s uit deze doelgroep. En wanneer een plaatsing van een nieuwe collega vervolgens niet lukt, wordt dit vooroordeel ook nog is bevestigd. “Daar beginnen we niet meer aan”, of “dat werkt niet voor ons” hoor ik dan wel eens. Maar dat denk je toch ook niet wanneer de plaatsing van een ‘reguliere’ collega niet lukt? Niemand is hetzelfde. Ook mensen uit de doelgroep zijn zeer verschillend en je kunt hen niet over één kam scheren. Op deze manier blijft veel potentie toch aan de kant staan.

Aan de andere kant hoor ik ook vaak bij bedrijven dat zij moeilijk nieuwe medewerkers uit deze doelgroep kunnen vinden. Ze leggen vacatures neer bij werkgeverservicepunten, gemeenten of het UWV, maar horen vervolgens weinig tot niets terug. Ik zou denken: waar een wil is, is een weg! Zouden wij als ‘BV Nederland’ deze kansen niet veel beter moeten uitnutten? Blijkbaar staat een bedrijf open om iets te betekenen, maar vervolgens stopt het simpel met: “we hebben geen geschikte kandidaat”. Waar ligt dit aan? Wat kan het bedrijf of de overheid anders doen om tóch tot een match te komen?

Hoe kan de PSO nog beter bijdragen aan het behalen dan de doelstelling van de participatie wet?

Onderdeel van de PSO is de ketenstimulering via inkopen. Naar mijn mening kan de PSO hier meer uit halen. Op dit moment weten PSO-gecertificeerde bedrijven niet of en wanneer zij worden opgevoerd door hun klant. Dat is een gemiste kans. Door dit soort informatie meer te delen, stimuleert het bedrijven een grotere bijdrage te leveren. Hierdoor ontstaat meer werkgelegenheid voor mensen uit de doelgroep en wordt des te sneller de doelstelling van de Participatiewet en banenafspraak behaald.

Hoe heb je sociaal ondernemen over de laatste jaren zien veranderen?

Sociaal ondernemen groeit de laatste jaren sterk. Steeds meer bedrijven bieden werkgelegenheid en er zijn zelfs bedrijven opgericht die zich hierin specialiseren. Dan doel ik op de 30+ bedrijven. Geweldig om te zien dat steeds meer bedrijven de meerwaarde zien. En dat deze groep een belangrijke bijdrage kan leveren aan de resultaten van een bedrijf. Mensen uit de PSO-doelgroep krijgen hierdoor meer kans op een mooie baan en kunnen zich ontwikkelen.

Wat is een verandering die je graag nog zou willen zien binnen sociaal ondernemerschap/mvo-beleid?

Er is tegenwoordig steeds meer uniformiteit in SROI-regels, maar landelijk zijn er toch ook nog steeds veel verschillen. Ik merk bij bedrijven dat dit vaak de nodige frustratie oplevert en hen veel tijd kost. Wanneer dit landelijk beter is afgestemd op elkaar, kan een bedrijf meer tijd besteden aan het doen slagen van sociaal ondernemerschap en de ontwikkeling van haar MVO-beleid. Dit helpt uiteindelijk de overheid ook weer om haar doelstelling te bereiken, meer werkgelegenheid voor mensen die onder de PSO-doelgroep vallen.

Welk advies zou je willen geven aan organisaties die willen starten met sociaal ondernemen?

Start klein en bereid je eigen organisatie goed voor. Zorg dat naaste collega’s en leidinggevenden weten wat zij kunnen verwachten. Faciliteer hen hierin. Dit vergroot de kans op succes en helpt om sociaal ondernemen in een organisatie te laten groeien.

Als je de mogelijkheid zou hebben/ krijgen om een sociale onderneming te starten wat zou je dan gaan doen en hoe zou je het personeel werven en begeleiden?

Ik ben ervan overtuigd dat in iedere sector de mogelijkheid is om mensen met kwetsbare arbeidsmarktpositie aan het werk te helpen. Binnen ieder bedrijf vinden werkzaamheden plaats die door iemand uit de doelgroep uitgevoerd kunnen worden. Waar een wil is, is een weg! Om uiteindelijk de juiste collega te vinden zou ik met name werken aan mijn relaties met lokale partijen die mensen bemiddelen uit de doelgroep. Denk hierbij aan scholen, werkgeverservicepunten, gemeenten, UWV en gespecialiseerde partijen. Zorg ervoor dat ze jou en het bedrijf goed kennen en laat hen met jou meedenken hoe een goede match zou kunnen ontstaan. Door bijvoorbeeld jobcarving, jobcrafting, inclusief herontwerp van werkprocessen of het concept Open Hiring. Staar je niet blind op één bepaalde weg. Hoe meer manieren, hoe groter de kans dat de match gemaakt kan worden.

Voor de begeleiding zou ik leidinggevenden en naaste collega’s trainen om meer te leren over mogelijke achtergronden van mensen uit de doelgroep. Handvatten bieden hoe hiermee om te gaan. Op deze manier ontstaat er meer begrip en ook de juiste verwachting. Uiteindelijk valt of staat veel door draagvlak binnen een organisatie.

 

Deel dit bericht:  
14 june 2023